Op 4 november 2021 was ik bij het Nationaal Congres Publieke Communicatie met als thema ‘Het eerlijke verhaal’. Daar gaf Marnix Eysink Smeets, lector Publiek Vertrouwen in Veiligheid aan de Hogeschool InHolland, een indrukwekkende presentatie die ook naadloos aansluit bij de dialoog over een nieuwe communicatiecultuur voor overheidscommunicatie die ik samen met veel anderen aan het verkennen ben. Want zo zegt hij: “Te vaak zie ik dat beeldvorming het doel is en niet het beste beleid om het maatschappelijk belang te dienen (…) er is veel te veel opgeschoven in de richting van PR, terwijl burgers recht hebben op radicale eerlijkheid.”

Ongewenste sociale normen

Daarbij schetste hij hoe er soms onwaarheden worden verteld om een verhaal te onderbouwen. Bijvoorbeeld hoe de politie omging met de cijfers over ongeregeldheden rondom de jaarwisseling; die waren structureel onjuist en werden feitelijk alleen maar gebruikt om te vertellen dat de politie overvraagd werd. Op zich al foute boel dus, maar het effect is nog erger. Want het feitelijk versterkte de politie hiermee de ongewenste sociale norm dat geweld tegen de politie normaal is. Ook daarom ondersteunt Eysink Smeets de recente actie van Ambulancezorg Nederland met hun oproep tot nuancering, precies omdat de overmatige focus op geweld tegen hulpverleners in deze sector meer kapot maakt dan dat het helpt.

Oncomfortabele kennis

Eysink Smeets vertelde over het rapport ‘De onaantastbaren‘ dat eind 2011 verscheen. Ik las vanavond de conclusies van het daaropvolgende onderzoek uit 2013 over de impact van ‘ogenschijnlijke onaantastbaren’. Dat is 8 jaar geleden (!), maar met een voorspellende waarde naar vandaag. Denk maar even terug aan de recente moorden op advocaat Derk Wiersum en misdaadjournalist Peter R. de Vries. Meer dan lezenswaardig.

Wat mij betreft staat een van de meest pijnlijke conclusies – ook in retroperspectief – op pagina 81 van het onderzoeksrapport. “In de wijk(en) waar de situatie ons het ernstigst voorkwam, leek de zorg van bewoners de vorm te hebben van berustende apathie, waarin de intimidatie van bepaalde groepen net zoiets was als regen: het heeft geen zin om je er druk over te maken, want je verandert er toch niets aan. (…) En hulp inroepen van overheid of politie wordt eveneens als zinloos ervaren, want wat zouden die immers kunnen uitrichten?” Ik vergelijk dit in gedachten met de ervaringen van onder andere de slachtoffers van de #toeslagenaffaire en de #aardbevingsschade. Maar erger is nog dat ook toen al de geluiden van de mensen die met hun poten in de bagger staan, niet werden gehoord. Zo staat in het rapport beschreven: “Dat is ook de grote frustratie van de betrokken veiligheidsprofessionals die nu al wél van de problematiek doordrongen zijn: het grootste deel van hun energie gaat op aan het ‘verkopen van buikpijn’ aan andere organisaties en andere onderdelen van de eigen organisatie.” Eysink Smeets benoemde dat vandaag als ‘oncomfortabele kennis’; kennis die bestuurders niet willen horen of zien.

Betekenis voor de dialoog over een nieuwe communicatiecultuur bij de overheid

Des te urgenter is een van de oproepen van Eysink Smeets aan het eind van zijn presentatie vandaag: dat communicatieprofessionals moeten zorgen dat ook eigen bestuurders en de organisatie het eerlijke verhaal zien. Waarbij ik er graag aan toevoeg dat we het dan ook moeten hebben over de spanning tussen politieke en ambtelijke verantwoordelijkheid, want het een is niet hetzelfde als het ander. En dat we in gesprek gaan over de vraag hoe we hen het eerlijke verhaal wél kunnen vertellen. Dus: hoe zorgen we ervoor dat de kennis die we van buiten naar binnen halen niet sneuvelt in de bontkraag om bestuurders heen. En: hoe zorgen we ervoor dat we hen helpen het eerlijke verhaal wél te vertellen. Ook al leidt dat soms tot ‘ongemakkelijke waarheden’ en tot leiders die misschien minder sterk zijn dan de binnen- en buitenwereld eigenlijk zouden willen. Soms is het eerlijke verhaal toch echt waar we het mee hebben te doen. Ook al vindt geen mens – bestuurder, noch burger – dat prettig, omdat we – er indachtig de bijdrage van een van de andere keynote sprekers – Joris Luyendijk – nou eenmaal niet van hulpeloosheid houden.