en Gijs Beukers berichten vandaag in de Volkskrant over de spanning tussen woordvoerders en journalisten. “Sommige woordvoerders, zo luidt de klacht onder journalisten, gedragen zich meer als politiek assistenten, in dienst om departementen en bewindspersonen uit de wind te houden, dan als neutrale doorgeefluiken van informatie.” In het artikel komen (oud) directeuren Communicatie, een woordvoerder en journalisten (waaronder Jan Kleinnijenhuis en Toine Heijmans) aan het woord. Directeur Communicatie Peter Mollema van BuZa: “Woordvoerders zijn in elk geval geen politiek assistenten en ‘zeker geen spindoctors’. Ze zijn er in de eerste plaats om vragen van journalisten ‘zo zuiver mogelijk te beantwoorden’.” Ook woordvoerder Daphne Kerremans is die mening toegedaan: “Ik heb geen ander belang dan het dienen van de samenleving.” Voormalig directeur Communicatie van het ministerie van J&V, Anne Marie Stordiau denkt daar iets anders over: “Als ambtenaar ben je voor 100 procent loyaal aan je minister, totdat die opvatting in strijd komt met de waarheid. Maar: “Objectieve voorlichting bestaat niet. Ik hoorde wel eens dat ik er niet zat om de minister in het zadel te houden. Daar denk ik iets genuanceerder over, omdat niets zo erg is voor een ministerie als een bewindspersoon die moet aftreden.”

Ziehier een tipje van de sluier opgelicht over verschillen in opvatting, die vragen om een serieuze dialoog over de kwaliteit en de kwantiteit van de overheidscommunicatie, zoals ik eerder bepleitte. Om die dialoog te kunnen voeren is het belangrijk de kritiek serieus te nemen en die niet af te doen als ‘hardnekkige en oude vooroordelen’. Dat blijkt opnieuw moeilijk. Want als aan de ene kant wordt gezegd dat woordvoerders geen ‘spindoctors’ zijn en tegelijkertijd – conform de staande praktijk – erkend wordt dat ‘de waarheid’ soms in een frame wordt gezet, dat er sprake is van een gatekeepersrol, dat zelf wordt gekeken naar de timing en de media die daarbij passen, dan is dat toch ‘spinning’? Nee, wordt er gezegd: dat is onderdeel van ’het spel’ om goed gehoord te worden. En precies daar zit dus een van de klachten van journalisten die zich in hun waakhondfunctie op achterstand voelen gezet. Niet alleen omdat het toch al lastig is het met een geslonken beroepsgroep te moeten doen, ook omdat het staande praktijk is geworden “om journalistieke producties voor te leggen aan woordvoerders, om toegang te kunnen krijgen tot bewindspersonen en informatie”. Daar bovenop komt dan nog de praktijk waarin departementen in toenemende mate zelf ‘nieuws’ maken via newsrooms met eigen redacties en beeldvoerders. Hier lijken belangrijke en essentiële scheidslijnen tussen beroepsgroepen te vervagen en dat is wat mij betreft één van de dilemma’s voor de dialoog over een nieuwe communicatiecultuur bij de rijksoverheid. #overheidscommunicatie #dialoog

Headerphoto by Sam McGhee on Unsplash